“Vele watertjes doorzwommen en telkens weer aan wal gekomen. Gevochten en nipt gewonnen.” Zo omschrijft Nicky zijn medische geschiedenis in het kort. “In mijn eerste levensjaar werd al duidelijk dat ik aan een chronische ziekte leed”, vertelt de Hasselaar. “Ik was altijd ziek, ik at niet… Uiteindelijk was de diagnose cystinose, een stofwisselingsziekte die vooral beschadiging veroorzaakt aan organen zoals de ogen en nieren.”
Bij Nicky had de ziekte vooral effect op zijn nieren. Op zijn 11de onderging hij een niertransplantatie. “Daarna is alles 15 jaar lang goed gegaan. Tot in 2013. Door de pillen die ik nam om nierafstoting tegen te gaan, kreeg ik kanker. Die was uitgezaaid van mijn hals tot mijn bekken. Tien dagen lag ik op intensieve, ik kreeg vier chemokuren en vijftien bestralingen. Nadien lag ik nog drie maanden in het ziekenhuis, plat op bed. Ik moest opnieuw leren stappen. In mijn hoofd dacht ik dat ik nog wist hoe dat moest, maar mijn lichaam wilde gewoon niet mee. Maar stapje per stapje kwam ik er weer. Het was een heel heftige periode, maar je moet gewoon doorgaan. Er is geen andere optie.”
Nier van mama
Vlak voor de kankerdiagnose had Nicky zichzelf net een sportief doel gesteld. Met Transplantoux, een vereniging die getransplanteerden samenbrengt en hen motiveert om gezond te leven en te sporten, wilde hij de Mont Ventoux op fietsen. “In 2012 begon ik te trainen”, vertelt Nicky. “2013 was mijn beste jaar, maar toen werd ik dus ziek. Maar de Mont Ventoux op fietsen bleef toch mijn droom. Dat doel heeft me er mee doorgetrokken. Na keihard trainen, fietste ik de berg in 2015 voor het eerst op. Ook in 2017 en 2019 ging ik nog eens mee.”
In 2020 onderging Nicky opnieuw een niertransplantatie. Dit keer kreeg hij een nier van zijn mama. Sindsdien is zijn gezondheid weer wat stabieler. Hij stelde zich dan ook een nieuw sportief doel: de World Transplant Games in het Australische Perth in april 2023. “Dat wordt nog iets anders”, lacht Nicky. “Het zijn zowat de Olympische spelen voor mensen die een transplantatie achter de rug hebben en donoren. Mijn mama doet niet mee, al traint ze wel vaak mee met de fiets. Ik trek met een team van 30 Belgen naar Australië, waar we het opnemen tegen teams uit alle landen van de wereld.”
Kosten
“Het team van Transplantoux begeleidt onze deelname, het Belgisch Olympisch Comité (BOIC) voorziet outfits”, vertelt Nicky. “Maar verder moeten we alles zelf betalen. De vliegtuigtickets zijn de grootste kost. Om het nodige geld bijeen te krijgen, ben ik een wijnactie gestart en verkoop ik wafels. Ik heb al zo’n 800 euro verzameld, het doel ligt rond de 3.000 euro. Ik krijg enorm veel steun, van vrienden en familie tot mijn werkgever.”
In Perth zal Nicky deelnemen aan de tijdrit (10 km) en de wegrit (35 km). Zijn doel? “Het liefst wil ik natuurlijk een podiumplaats halen, maar ik zal al blij zijn met een plekje in de top 20. Ik ben nu volop aan het trainen. Eerst vooral op de rollen, daarna ga ik de baan op. Langs het kanaal oefen ik bijvoorbeeld voor de tijdrit. Maar het zal moeilijk zijn, want in Australië is het veel warmer dan hier.” Nicky wil ook aantonen dat er een leven is na transplantatie of een ziekte als kanker. “Je mag nooit opgeven. Ook wij kunnen nog een gezond en sportief leven leiden.”